Leeuwen in West- en Centraal Afrika worden regionaal bedreigd en leven alleen nog in kleine, gefragmenteerde populaties in beschermde gebieden. De belangrijkste bedreigingen zijn habitatvernietiging door landbouw ontwikkeling (van de droge savanne) en het doden van leeuwen die op vee jagen door lokale veehouders. Habitat vernietiging kan worden tegengegaan door duurzaam landbeheer, waarbij een deel van de droge savanne intact wordt gehouden, duurzame landbouw methoden worden geïntroduceerd en door het instellen en goed beheren van nationale parken. Bij mens-leeuw conflicten doden boeren als vergelding leeuwen, die hun vee aanvallen. Het doden van vee heeft een grote impact op lokale ontwikkelingen. Rondom beschermde gebieden wordt jaarlijks 2 tot 10 procent van het vee aangevallen. Dit kan leiden tot grote financiële verliezen voor de gemeenschappen die rondom deze parken wonen.
Het reactief of preventief doden van leeuwen brengt deze kleinere leeuwenpopulaties in gevaar en, wanneer er gif wordt gebruikt, zelfs het hele gilde van carnivoren en andere regionaal bedreigde soorten zoals gieren. De leeuw is dan ook een belangrijke ‘sleutelsoort’. Hoewel het lokaal uitsterven van leeuwen voordelig is voor veehouders, heeft het een negatieve impact op de biodiversiteit, het toerisme en het ecosysteem als geheel, waardoor ook inkomsten hieruit verdwijnen.
Stichting Leo is van mening dat duurzaam landgebruik en conflict mitigatie haalbaar is. De duurzaamheid van onze projecten wordt gegarandeerd door de financiële voordelen verkregen uit het beschermen van leeuwen en hun habitat en het nemen van mitigerende maatregelen. Wij ondersteunen daarom park wachters met trainingsprogramma’s om het beheer van nationale parken effectiever te maken. Ook de lokale gemeenschappen profiteren van onze projecten. Door verbeterde beschermingsmaatregelen van vee verliezen zij minder dieren. Hierdoor wordt een substantiële bijdrage geleverd aan armoede verlichting in het hele projectgebied. Daarnaast zijn wij betrokken bij educatieve projecten voor schoolkinderen in Afrika.